Zuidwestenwinden, misschien wel tot de kerst
Het zachte weer met zuidwestenwinden, dat we al een tijdlang in Nederland hebben, zit veel vaster in het zadel dan dat het in de weerkaarten af en toe lijkt. In de verwachtingen voor de wat langere termijn zijn er geregeld aanwijzingen voor veranderingen in het weerpatroon, maar de praktijk laat zien dat die veranderingen maar heel langzaam gaan en veel langzamer dan je op grond van die springerige weerkaarten zou mogen verwachten.Een kleine verandering is dat de hogedrukgebieden, die de laatste weken het weer bij ons beheersten en vaak boven het oosten en noordoosten van Europa lagen, nu niet meer in beton gegoten zijn. Er is de afgelopen dagen iets van een westcirculatie ontstaan. Storingen, afkomstig van de Oceaan, kunnen Nederland wat makkelijker bereiken met hun bewolking en regen. Tussendoor stuurt een hogedrukgebied bij de Azoren uitlopers onze kant op die de zon even laten doorbreken. Passeert zo’n rug, dan is het even droog en waait de wind een tijdje uit het westen. Ook is de aangevoerde lucht dan minder zacht.
Zodra een volgende storing nadert, draait de wind naar zuid tot zuidwest en stroomt zachtere lucht het land in. Komt een lagedrukgebied een keer dichtbij, dan waait het ook flink, zonder dat stormen op het programma staan. Verder lopen de regenhoeveelheden langzaam op als storingen passeren en dat is nu precies wat er met een westcirculatie gebeurt. In de winter hebben we het de laatste jaren vaak gezien.
La Niña doet het niet
Toen we naar de winter vooruitkeken, hadden we bedacht dat de La Niña, de koude zeestroom die zich op de Grote Oceaan tussen Peru In Indonesië in het gebied langs de evenaar heeft ontwikkeld, de dominante factor voor het weer bij ons zou zijn. Op basis van ervaringen met vergelijkbare situaties uit het verleden, hadden in de loop van de novembermaand en in december hogedrukgebieden in de buurt van Groenland en IJsland moeten verschijnen. De weerkaarten hebben er de afgelopen weken ook weleens op gehint. Maar het bleef bij de tekentafel, in het echt kwam het er uiteindelijk niet van.
De reden hiervoor is duidelijk. Rond het poolgebied heeft zich een sterke poolwervel gevormd die een noordelijke positie van hogedrukgebieden tegenhoudt. Daarvoor is er in de hogere delen van de atmosfeer op dit moment gewoon teveel wind.
Patronen gedragen zich vreemd
Uit nieuwe analyses blijkt dat de drukverdeling die we nu op het Noordelijke Halfrond tegenkomen niet goed past in de patronen die je ten tijde van een La Niña zou verwachten. Het fenomeen op de Grote Oceaan zelf gedraagt zich al vreemd, want laat de grootste afwijkingen van de zeewatertemperaturen niet bij Peru, maar midden op de Grote Oceaan zien. Wat ook bij jaren met een La Niña hoort, is dat het water op het noordelijke deel van de Grote Oceaan, ten westen van Alaska en Canada zou moeten afkoelen, maar dat is juist warmer geworden en nu echt véél warmer dan normaal.
Met de winter van vorig jaar in gedachten, valt verder het warme water op het westelijke deel van de Indische Oceaan op. De grote temperatuurverschillen tussen het westen en oosten van de Indische Oceaan, die er vorig jaar in de aanloop naar en tijdens de winter waren, worden nu in brede kring verantwoordelijk gehouden voor het zachte weer dat we op het Noordelijk Halfrond in de winter erop hadden. Ook al is de situatie van nu niet helemaal vergelijkbaar met die van toen, het warme water in het westen is er nog wel steeds.
Dezelfde basis als vorig jaar
Tel je alles bij elkaar op, dan lijkt het erop dat dus niet de La Niña van dit moment, maar het het warme water op de Grote Oceaan en het warme water op het westelijke deel van de Indische Oceaan voor het weer van nu bij ons de belangrijkste factoren zijn. Dezelfde drijvers dus die vorig jaar tot de zachte winter van 2020 geleid hebben.
Het wekt dan ook geen verbazing dat in de nieuwste berekeningen van het ECMWF voor de komende 6 weken de kansen op een westcirculatie flink gegroeid zijn, tot rond 40 procent. Dat zou een aanhouden van het huidige wisselvallige en zachte weer betekenen, zeker tot en met de kerstdagen. Als dit zo blijkt te zijn, dan groeit de kans dat 2020 in Nederland tot het warmste jaar sinds het begin van de metingen gaat uitgroeien.