'Verspreiding coronavirus: link met temperatuur ligt voor de hand'
Op deze site schreven we gisteren over de mogelijke relatie die er is tussen het weer en de snelheid waarmee het coronavirus zich verspreidt. We kregen veel vragen over het verhaal. Reden te meer om nog wat dieper op de situatie in te gaan.Uit onderzoeken naar de gebeurtenissen van de laatste maanden komt langzaam het beeld naar voren dat het coronavirus zich de laatste maanden het snelst heeft verspreid in de gebieden waar de wintertemperatuur tussen gemiddeld 5 en 11 graden lag, een relatief smalle band over het noordelijk halfrond tussen globaal 30 en 50 graden noorderbreedte. Ten noorden van deze zone lijkt de verspreiding te zijn afgeremd door temperaturen die lager waren, ten zuiden ervan juist door temperaturen die duidelijk hoger waren.
Een eerste verband
Twee Amerikaanse wetenschappers hebben in een onderzoek dat op 26 maart verscheen een eerste verband geconstrueerd tussen de ontwikkeling van de gemiddelde temperatuur op het noordelijk halfrond en de snelheid waarmee het coronavirus zich verspreidt. Andere factoren die van invloed zijn, zoals de manier waarop landen met de uitbraak omgaan, maar ook de bevolkingsdichtheid in de diverse gebieden, zijn hiervoor uitgesloten.
‘Hogere temperaturen remmen verspreiding’
Hun verwachting is nu dat de verspreiding van het virus, nu de zomer op het noordelijk halfrond begint, voor elke graad stijging van de gemiddelde temperatuur met ongeveer 13 procent geremd wordt. Uitmondend in een gemiddelde afname van 41 procent voor het noordelijk halfrond als geheel in de julimaand. We hebben naar aanleiding van dit verhaal veel vragen binnen gekregen. De belangrijkste is wel dat we nu toch ook verspreiding van het virus in warme landen zien? Hoe moeten we daar dan tegenaan kijken?
Warmte alleen stopt het virus niet
Een eerste antwoord op die vraag moet zijn dat de onderzoekers nadrukkelijk niet verwachten dat de verspreiding van het coronavirus door het weer alleen tot staan komt. De snelheid waarmee het zich verspreidt, wordt alleen afgeremd, zo laten ze zien. De maatregelen van nu zijn dus ook keihard nodig om nog verder te komen dan alleen het afremmen van de verspreiding van het coronavirus.
Italië en Spanje in de winter niet warm
We moeten verder bedenken dat Italië en Spanje in het winterhalfjaar geen warme landen zijn, zoals veel mensen misschien denken. Zeker niet in de gebieden waar het coronavirus zich nu zo snel heeft verspreid. Het grootste deel van Spanje ligt op een hoogvlakte waar het in de winters net als bij ons kan sneeuwen en vriezen. Spanjaarden beschrijven hun klimaat dan ook vaak als ‘9 maanden winter en 3 maanden hel’ (de zomermaanden).
Meeste besmettingen in gebieden met gematigd weer
De gebieden met (verreweg) de grootste verspreiding van het virus liggen duidelijk binnen de eerdergenoemde zone. Zoals: Wuhan (30 graden noord met in China als geheel ruim 80.000 bevestigde besmettingsgevallen van het coronavirus), Iran (ruim 40.000 besmettingen in het gebied tussen 30 en 40 graden noord), Italië (meer dan 100.000 besmettingen en vooral in het gebied tussen 44 en 46 graden noord), Spanje (rond 90.000 besmettingen en vooral in het gebied tussen 38 en 42 graden noord) en de Verenigde Staten (meer dan 160.000 besmettingen waarvan bijna de helft in New York (tussen 40 en 44 graden noord). In Europa zijn er ook veel besmettingen in landen als Duitsland, de Benelux, de Alpenlanden en Frankrijk (grofweg tussen 45 en 52 graden noord), maar niet zoveel als in Spanje en Italië, waar de situatie tot nu toe een stuk ernstiger is geweest. Ga je in Europa verder naar het noorden dan valt op dat het virus zich in de Scandinavische landen tot nu toe minder algemeen heeft verspreid. Datzelfde kun je van een land als Rusland zeggen.
Warme gebieden: veel minder besmettingen
Kijk je naar de curve van de laatste weken die laat zien waar de meeste nieuwe besmettingen optreden, dan komt het overgrote deel hiervan voor rekening van Amerika (voornamelijk VS) en Europa. In Azië is het aantal besmettingen veel kleiner. Afrika (een heel warm continent) en Oceanië (waar het zomer was) komen vrijwel niet voor. Er zijn ook daar overal wel plukjes besmettingen, maar de verspreiding van het virus verloopt er véél langzamer dan in de kernhaarden, die steeds weer in het nieuws zijn.
Zuidelijk halfrond gaat de winter in
Zuid-Afrika, Brazilië en in mindere mate Australië en Nieuw-Zeeland beginnen wel iets op te komen, mogelijk omdat de temperaturen daar vanwege de start van het winterhalfjaar op het zuidelijk halfrond nu omlaag gaan. Maar in een land als India met een immense bevolking van 1,3 miljard mensen zijn er op dit moment nauwelijks meer dan 1000 besmettingen. Terwijl het daar vrijwel ondoenlijk is om een lockdown af te dwingen. India is ook een erg warm land. De temperaturen stijgen er de komende tijd tot grote hoogte.
Temperaturen Lijken van invloed op verspreiding virus
Dus ja, ook in de warme landen zijn er besmettingen, maar er is inmiddels voldoende informatie beschikbaar om te kunnen stellen dat de verspreiding daar veel trager gaat dan in de kerngebieden tot nu toe. Én dat je dit verschil vooral aan de hogere temperaturen in die omgeving kunt toeschrijven (zoals die hogere temperaturen bij veel virussen een remmende invloed op de verspreiding ervan hebben). Maar ook dat blijkbaar te koud kan zijn voor een snelle verspreiding, zoals de afgelopen maanden in Rusland en in Scandinavië.
Weer dus toch een bondgenoot in de strijd?
Zo kom je als vanzelf weer op die temperatuur van gemiddeld tussen 5 en 11 graden uit, zoals die de afgelopen maanden vooral in het gebied tussen 30 en 50 graden noord heerste en die blijkbaar de omstandigheden opleverde waaronder het virus zich het snelst kon verspreiden. Nu de zomer op het noordelijk halfrond begint en de temperaturen omhoog gaan, groeit de hoop dat het warmere weer straks een bondgenoot kan zijn in de strijd tegen de verdere verspreiding van het virus. Niet de oplossing dus, maar wel een bondgenoot.