Foto gemaakt door Wikipedia - Roodeschool - De stille ijsbaan van Roodeschool
Foto gemaakt door WikipediaRoodeschoolDe stille ijsbaan van Roodeschool
Nu

IJsbanen van toen nu het domein van meeuwen en eenden

Ze liggen er weer op veel plaatsen, de ijsbanen, klaar om te bevriezen en een dorp of zelfs een hele regio ijsplezier te brengen. Ieder jaar zijn vele vrijwilligers in touw om ze klaar te maken voor een nieuw seizoen. Het lange wachten begint al vaak in november. Zal het dit jaar dan wel? Was een schaatsperiode vroeger een zekerheidje, tegenwoordig is het meer een lot uit de loterij. En zijn het vooral de meeuwen die profiteren van de onder water gezette landerijen.

De ijsbaan in Roodeschool ligt er verlaten bij, net als die bij Oosterhesselen of op Terschelling. Ze liggen klaar voor de vorst, maar het water is er nu nog speelbal van een zachte zuidenwind. Een zuidenwind die van geen wijken weet. Een paar meeuwen dobberen wat rond op het stille water, of een verdwaalde eend. Van ijs is duidelijk geen sprake en schaatsplezier is al helemaal ver weg. In Nederland is natuurijs met de klimaatverandering een bijzonderheid geworden.

Hond neemt een duik

Een man wandelt met zijn hond langs de baan. Het dier bedenkt zich geen moment en rent het water in om lekker nat te worden. Even later komt de hond weer op de kant en schudt zich krachtig uit. De waterdruppels vliegen alle kanten op. De man, die ondertussen gewoon veder gelopen is, fluit en de hond rent achter hem aan. Hoog in de lucht vliegen ganzen in een V-vorm over. Een paar mugjes dansen in de lucht. De schemer zet in, de avond valt langzaam over het land.

Alleen als je goed luistert, hoor je ver weg in je brein het gekras van de ijzers nog, de muziek uit de luidsprekers en het geschreeuw en gelach van de kinderen die op het middenterrein een potje ijshockey spelen. Een schamele schutting scheidt de baan van het veld eromheen. Kaartjes en koek en zopie worden verkocht vanuit een caravan bij de ingang. Een handjevol mensen staat er met een plastic bekertje warme chocola of glühwein in de hand, handschoenen aan. Langs het ijs een paar houten banken waarop mensen zitten als ze hun schaatsen aan of uit doen.

Als het kan, dan moet het ook

Ieder jaar weer hopen we erop en als het kan, dan moet het ook. We trekken vanuit het dorp naar de ijsbaan er even buiten. Om van het soms zelfs een beetje naar gier stinkende natuurijs te genieten. Overdag zijn het vooral de schoolkinderen, ’s avonds als de lampen aangaan komen ook de anderen. En is het dan beregezellig. De eerste dagen komt er nog wel water door het prille ijs, daarna is het dik genoeg en kunnen we vaak een week en soms ook nog wel langer schaatsen.

Er waren winters, zoals die drie halverwege de jaren tachtig of die twee halverwege de jaren 90, dat we zo lang konden schaatsen dat het allengs weer rustiger werd op de baan, omdat er een soort schaatsmoeheid over ons heen kwam. Andere jaren moesten we juist snel zijn, omdat het ijs het maar één of twee dagen hield en we onze behoefte aan schaatsen in die korte tijd moesten zien bot te vieren. Maar bijna iedere winter was het toch wel even raak.

Tegenwoordig kan het meestal niet

Inmiddels zijn we die fase al lang en breed voorbij. Tegenwoordig kan het meestal niet, en als het wel kan, dan kan het vaak ook maar net. Een deel van de dag, of op maar een deel van de ijsbaan. Steeds minder kinderen weten nog wat schaatsen is, steeds vaker zie je dat het vooral nog ouderen zijn die naar het water gaan als zich daarop ijs heeft gevormd om te kijken of het al houdt. Om daarna als echte waaghalzen op pad te gaan. Daarbij vrolijk pratend over kwalsterijs, windwakken en kistwerken, ijstermen die steeds meer in de vergetelheid dreigen te raken.

Ze liggen er nog, de ijsbanen van toen, maar niet altijd meer worden ze onder water gezet. Door teruglopende financiën en ledenaantallen gaan steeds meer ijsclubs over de kop en ontbreken eenvoudigweg de mensen om de baan ieder jaar weer in gereedheid te brengen. Je komt dan nog wel over de IJsbaanweg aangereden, maar de ijsbaan die er ooit lag is nu ook echt weg.

Een stukje Nederlandse cultuur verdwijnt

Met de klimaatverandering gaat een stukje cultuur dat onlosmakelijk met Nederland verbonden is verloren. Daar waar het water nu zachtjes golft in de wind, regeren weemoed en de ongemakkelijke waarheid dat de kansen dat het ooit nog weer zover komt steeds kleiner worden. De oostenwind is niet meer, de zachte zuidenwind regeert. De ijsbaan is het terrein van meeuwen en eenden geworden, in plaats van dorpse gezelligheid met het schaatsen als stralend middelpunt.

We rijden langs weer een ijsbaan. Het gras eromheen is groen en staat zo hoog dat het nog wel gemaaid zou kunnen worden. Ver weg in mijn brein hoor ik nog het gekras van de schaatsen en de muziek uit de luidprekers. Gelukkig heb ik het nog meegemaakt, want dit stukje Nederlandse cultuur loopt nu snel af. Als het nog een keer kan, dan moet het ook. En hopelijk is dat heel snel.

Reinout van den BornChef Redactie