Kerst 2020: perspectief voor leuk vervolg winter
Bijna is het Kerst en gaan we het jaar uit. We hebben nog net even tijd om terug te kijken en alvast een kleine blik naar voren te werpen. Was het jaar 2020 qua weer misschien niet meteen het meest interessante, inmiddels is er wel meer om naar uit te kijken. Op korte termijn al.We eindigen het jaar qua weer heel anders dan in 2019. Wisten we toen al dat we een winter, gedomineerd door een westcirculatie, regen en veel wind voor de boeg zouden hebben, nu is de uitgangssituatie voor de rest van de winter een stuk interessanter. Daar waar vorig jaar de wetscirculatie het weer op zo’n beetje het hele Noordelijke Halfrond al domineerde, met op heel veel plaatsen boven normale temperaturen, is het nu vooral in Europa nog warm. In andere delen van de wereld wisselen koude en zachte episoden elkaar af (Canada of VS) of is het zelfs over uitgestrekte gebieden (veel) kouder dan normaal (Siberië).
IJskoud Siberië
In Siberië was het vanochtend op diverse plaatsen tussen 50 en 55 graden onder nul. Doordat de straalstroom er ver naar het zuiden is gezakt, lijkt dit erg koude weer de komende tijd aan te houden. Het is dat er bij Kazachstan een hogedrukgebied ligt. Samen met lagedrukgebieden bij ons zorgt het in Oost-Europa steeds voor een zuidelijke wind. Anders hadden wij misschien ook al wel wat van die kou kunnen meepikken.
Het vervelende van het patroon van nu is het dat het zichzelf in stand houdt. Het lagedrukgebied bij ons krijgt vanuit het noordwesten steeds weer versterking omdat ver weg bij Canada steeds koude lucht de Oceaan op stroomt. De daar aanwezige tak van de straalstroom doet de rest. Elke keer ontstaan nieuwe lagedrukgebieden die het oude op de Oceaan in duiken en ervoor zorgen dat op die plek steeds een herboren depressie komt te liggen.
Patroon van nu is hardnekkig
De zuidelijke wind aan de voorzijde ervan zorgt ervoor dat het hogedrukgebied bij Kazachstan elke keer weer nieuwe brandstof krijgt en zich keer op keer kan oplappen. Op die manier verandert ook in die omgeving maar weinig in het heersende weerbeeld. Zo blijven wij opgescheept zitten met het lagedrukgebied, maakt echt koude lucht bij ons geen kans en doet de koudere lucht die nu is binnengestroomd nog niet wat winterliefhebbers graag willen.
Maar, uiteindelijk ligt niks voor eeuwig vast. Kleine veranderingen zijn er wel degelijk. Zo schudt een nieuwe versie van het oude lagedrukgebied het in onze omgeving de komende dagen met een storm even flink op. De echt zachte lucht, die we de afgelopen dagen regelmatig binnen de grenzen hadden, wordt daarbij flink teruggedrongen. Natuurlijk blijft ook het nieuwe lagedrukgebieden vervolgens lang in onze omgeving rondtollen, maar dan wel met koudere lucht eromheen. Daardoor kan het de komende tijd in Nederland ook weleens sneeuwen of ’s nachts licht vriezen.
Iets groots is nodig en komt ook
Voor een echte verandering is iets groters nodig. En ook dat zit duidelijker in de pijplijn. Het gaat hierbij om een plotselinge opwarming van de stratosfeer boven het Poolgebied, die de Poolwervel (de straalstroom die op ruim kilometer hoogte het noordpoolgebied omspant) sterk kan verstoren of zelfs stil kan leggen. Als dat gebeurt, en het lijkt er in de eerste week van januari echt van te komen, krijgen we een heel nieuw speelveld. En ook al zijn er voor winterweer in Nederland nooit garanties, met de Oceaan geblokkeerd en een ijskoud Siberië op afstand is dan van alles denkbaar. Een mooie eerste stap zou het verdwijnen van het hogedrukgebied bij Kazachstan zijn.
Genoeg interessants om naar uit te kijken dus, zoals het nu lijkt. Was er dan helemaal niets aan weer de moeite waard het afgelopen jaar? Natuurlijk wel. Een klassieke westcirculatie van het kaliber van de vorige winter had ook zijn charme, helemaal toen we ons erbij neer hadden gelegd (en dat was best vroeg in de winter). Het voorjaar was bijzonder door de coronacrisis en de extreem heldere luchten (zonder vliegtuigstrepen) die daarbij hoorden. Die periode zullen we nooit meer vergeten, ook niet omdat de zon zoveel scheen en we toch weer een droogte in gleden.
Weinig spektakel
De zomer leek die van de motregen te worden, totdat zon en hitte in de maand augustus orde op zaken stelden en een lange hittegolf ons deel was. Onweer en bijbehorend spektakel ontbraken (te) vaak. De enige nacht die opkomt, was die van 21 op 22 augustus, toen na een hete dag boven het westen en noorden van Nederland een groepje supercells ontstond. Vanuit de verte zagen ze er fraai uit, de wolkentorens met al die bliksemflitsen erin, als stroboscopen aan de horizon.
In het najaar gebeurede weinig. We hadden mooie nazomerdagen en het regende van tijd tot tijd. Een kleine storm kwam voorbij en heel vaak was het mistig. Groot weerspektakel bleef evenwel uit, ook toen we in de novembermaand aankwamen en de winter naderde. Op een goed moment leek de wind niet meer uit de zuidhoek weg te slaan, en in die fase zitten we eigenlijk nog steeds. Het is dat de uitgangspositie voor de winter nu zo anders is als die van vorig jaar. Anders zou het weerjaar 2020, dat niet grossierde in spectaculair weer, toch een beetje als een nachtkaars uitgaan.