Foto gemaakt door Reinout van den Born - Berg en Dal - Kerst 2010 in Berg en Dal.
Foto gemaakt door Reinout van den BornBerg en DalKerst 2010 in Berg en Dal.
Nu

Kans op Witte Kersten steeds kleiner

Ook dit jaar is de Kerst bij ons groen. De kans op een Witte Kerst, die toch al niet groot was, wordt alleen maar kleiner. De laatste keer dat het lukte, was in 2010. Toen beleefden we een sprookjesachtig Witte Kerst, de tweede op rij zelfs. Omdat het aantal dagen waarop het sneeuwt en waarop de sneeuw blijft liggen in Nederland steeds kleiner wordt, is de kans dat in de toekomst nog eens aan de (strenge) definitie van een Witte Kerst wordt voldaan, maar klein.

Om van een Witte Kerst te mogen spreken, moet er op het meetveld van het KNMI op beide kerstdagen (tijdens het meetmoment om 9 uur ’s ochtends) minimaal een gesloten sneeuwdek van 1 centimeter liggen. Sinds het begin van de moderne meetreeks in 1901 is dat precies 8 keer gebeurd. Behalve in de jaren 2009 en 2010 was dat in 1981, 1964, 1950, 1940, 1938 en in 1906. Veel vaker kwam het tot een gedeeltelijk Witte Kerst, waarop het even wit was, of in een deel van het land, maar niet op het meetveld van het KNMI. Die Kersten voldeden niet aan de definitie.

Iedereen merkt dat het minder vaak sneeuwt

Dat het in Nederland steeds minder vaak sneeuwt, zal iedereen wel merken. De oorzaak ligt in de hogere temperaturen die we tegenwoordig in Nederland hebben, niet alleen van de lucht, maar ook van het water. Het warmere weer heeft logischerwijs een duidelijke invloed op het voorkomen van sneeuw in Nederland, zo heeft Weer.nl deze week in een verhalenserie op basis van eigen onderzoek laten zien (zie hier en hier). Het aantal dagen waarop het sneeuwt, is landelijk van 33 naar 20 per jaar gedaald. Het aantal dagen waarop de sneeuw blijft liggen zelfs van 19 naar 10 dagen per jaar. En we bevinden ons in de langste 'groene periode' ooit gemeten.

Statistieken als deze worden sterk beïnvloed door de jaren waarin de winters kouder waren en het vaak sneeuwde, zoals in 2010 (de winter en de decembermaand) en 2013. In de zachte jaren er omheen valt aan sneeuw tegenwoordig nauwelijks meer iets. Als het al eens tot een sneeuwsituatie komt, smelt de sneeuw vervolgens in hoog tempo weer weg en moet je er snel bij zijn. In de winters van 2014 en die van het afgelopen jaar 2020 viel vrijwel helemaal geen sneeuw. Het meetveld van het KNMI in De Bilt is nu zelfs recordlang groen, en record dat elke dag wordt verlengd.

Weer van nu leidde in het verleden wel tot sneeuw

Om sneeuw te krijgen moet de lucht voldoende koud ,en bij voorkeur ook droog zijn. Om de sneeuw de kans te bieden om te blijven liggen, moet de bodem ook niet te warm zijn. De weerssituatie zoals we die dit jaar met Kerst hebben, zou in het verleden waarschijnlijk op grotere schaal tot winterse buien aanleiding hebben gegeven. Omdat de lucht kouder was geweest en de zeewatertemperatuur (nu nog 8 tot 10 graden) een stukje lager. Het warmere water verwarmt de lucht nu en brengt er meer vocht in. Beide factoren zijn ongunstig om het tot sneeuw te laten komen.

Er was gisteren vooral in het Verenigd Koninkrijk enige opwinding omdat tijdens buien natte sneeuw werd gemeld. Daar is iedere waargenomen vlok voldoende om van een Witte Kerst te mogen spreken. Ook in Nederland werd tijdens buien gisteravond en de afgelopen nacht behalve korrelhagel hier en daar wat natte sneeuw gemeld. Door de warme ondergrond bleef die sneeuw nergens liggen. En ook al was dat wel gebeurd, dan nog was aan definitie voor de Witte Kerst niet voldaan.

Nieuwe generatie groeit vrijwel zonder sneeuw op

We zullen het met herinneringen aan de prachtige Witte Kerst van 2010 moeten doen. En met de vaststelling dat de kinderen die nu opgroeien een heel ander beeld van winterweer zullen hebben dan hun ouders, die nog wel in de sneeuw en op het ijs hebben gespeeld. De voortschrijdende klimaatverandering is wat dit betreft onverbiddelijk. Of we dat nu willen of niet. Sneeuw zal in de toekomst echt nog weleens voorkomen. Maar de kans dat dit precies tijdens de Kerst gebeurt, is klein.

Reinout van den BornChef Redactie