Hi-tech compenseert klimaatverandering in skigebied Dolomieten
Skiën in een winterse omgeving. Vroeger was dat in de Alpen een abc’tje. Maar ook in Europa’s belangrijkste berggebied heeft de klimaatverandering toegeslagen. Steeds vaker moet van alles uit de kast worden gehaald om de drommen wintersporters, die uit alle delen van Europa op de Alpen afkomen, nog op een fatsoenlijke, met sneeuw bedekte piste op de ski’s te krijgen.We zijn in het plaatsje Wolkenstein in de Italiaanse Dolomieten. Op een heuvel net buiten het hotel staan 12 wintersporters klaar om door twee helikopters opgepikt te worden. Een lange skitour staat op het programma, vanuit het redelijk afgelegen skigebied Civetta. Er met de auto naartoe zou meer dan een uur kosten, met een helikopter er naartoe vliegen kost 10 minuten.
De eerste helikopter landt op de heuvel, de oude sneeuw waait in het rond. Snel klimmen de eerste 6 skiërs in de machine en weg is hij alweer. Nog geen twee minuten later staat de tweede in de sneeuw klaar. Onder de vervaarlijk draaiende wieken klim ik naar binnen. Bijna glij ik uit over het onderstel van de helikopter dat in de sneeuw staat. Nog geen 30 seconden later zit iedereen erin, wordt de deur dichtgetrokken en kiest het hefschroefvliegtuig het luchtruim.
Rotsplateaus
Voor het eerst zie ik de Dolomieten van boven. Hoog torenen ze boven de smalle, diepe dalen uit. Als een soort immense rotsplateaus, met bovenop de vlakke toppen dikke lagen sneeuw en ijs. Het ziet er imposant uit. We vliegen over twee van de plateaus heen. Bij de toppen, die meer dan 3200 meter hoog zijn, leeft de wind even flink op en beweegt de helikoper vervaarlijk heen en weer. Dan valt op hoe klein de ruimte eigenlijk is die we met zijn zessen tijdens de vlucht moeten delen.
Opvallend is, dat hoewel er in het najaar van 2019 aan de zuidkant van de Alpen erg veel sneeuw is gevallen, de zon de zuidhellingen alweer bijna helemaal sneeuwvrij heeft gemaakt. Alleen de pistes dalen er als witte tongen nog de diepe dalen in. Op de noordhellingen en hoog in de bergen ligt daarentegen juist veel sneeuw. Daar kun je de pistes lang niet altijd uit het witte landschap halen. Bij elkaar ziet het er onherbergzaam uit. Even later worden we op een bergtop afgezet en kan de tocht beginnen. De zon schijnt al, maar door het vroege ochtenduur is het nog wel erg koud.
Sneeuwzeker
Skiën in het noorden van Italië klinkt niet als erg sneeuwzeker, maar is dat – door alle maatregelen die zijn genomen – feitelijk nog steeds wel. We zijn er nu vier keer en onder allerlei omstandigheden geweest. Met veel sneeuw, maar ook met nauwelijks sneeuw. Voor de kwaliteit van de pistes maakte het niet uit. Die was altijd goed. Onder meer door de bijzondere manier waarop de sneeuw na iedere skidag bewerkt wordt, maar ook door het gebruik van sneeuwkanonnen.
Sella Ronda
De eigenaar van ons hotel legt het graag uit. Wolkenstein ligt aan de ingang van de onder skiërs zeer bekende Sella Ronda, een systeem van liften en pistes rondom het Sella massief. Twaalf dorpjes hebben er hun eigen skigebied op aangesloten, tezamen goed voor rond 1200 kilometer aan skipistes. Ze werken eendrachtig samen en hebben een skipas die in het hele gebied te gebruiken is. Aan het einde van ieder seizoen wordt de opbrengst ervan tussen de aangesloten gebieden verdeeld. En daarna over de individuele bedrijven die delen van ieder gebied bestieren.
Zulke bedrijven hebben vaak een lift, meerdere pistes die ze moeten onderhouden, enkele van de bekende en meestal rode ‘pisenbulli’s’ voor het mooi houden van de pistes en sneeuwkanonnen, voor het geval het niet voldoende sneeuwt. En dat gebeurt ook in het noorden van Italië steeds vaker. Verder hebben ze mensen in dienst om het geheel in goede banen te kunnen leiden.
Liften zijn duur
Het aanleggen van een lift kost als je over een moderne praat zomaar 20 miljoen euro. Om de lift te kunnen gebruiken, haal je als wintersporter je skipas langs een scanner die jouw reisje omhoog registreert. Dit gebeurt bij alle liften. Zo kun je aan het einde van de dag een mooi overzicht krijgen van alles wat je hebt gedaan. Voor de eigenaars van de skiliften zijn al die scans van groot belang. Ze bepalen namelijk hoeveel geld je aan het einde van het seizoen uit de grote pot krijgt.
Sneeuwkanonnen
Sneeuwkanonnen zien er niet heel indrukwekkend uit, maar kosten wel veel geld. Voor een exemplaar tel je al gauw 40.000 euro neer. In het gebiedje dat onze hoteleigenaar noemt, staan er 30. Reken maar uit. Dan kost het gebruik ervan natuurlijk ook energie en water. En, hoe raar dat ook klinkt, voor veel sneeuwkanonnen worden tegenwoordig contracten met weerbedrijven afgesloten. Ze leveren data die ervoor zorgen dat de kanonnen bijna autonoom kunnen functioneren.
Snel uit de kosten
Op het eerste gezicht lijkt dit allemaal weinig lucratief. Toch komen ze met zo’n lift snel uit de kosten. De lift uit het voorbeeld van de hoteleigenaar haalt ongeveer 1,5 miljoen scans per jaar. Op basis van de eindafrekening krijgt hij voor elke scan ongeveer 7.50 euro toebedeeld. Dat komt op een jaaromzet van bijna 11 miljoen euro neer. Na aftrek van alle kosten blijft daarvan ongeveer 2 miljoen euro over. In ongeveer 10 jaar heb je je lift dus terugverdiend. Meestal blijft zo’n lift 20 jaar staan, dus uiteindelijk kun je er toch veel geld mee verdienen. De ondernemers in Wolkenstein betalen nieuwe liften dan ook meestal uit eigen zak. De bank komt er niet of nauwelijks aan te pas.
Goede kwaliteit sneeuw
Over lange, goed geprepareerde pistes skiën we gestaag naar onze verblijfplaats terug. En of het daarbij nu over noord- of zuidhellingen gaat, de kwaliteit van de sneeuw is goed. We komen veel liften en sneeuwkanonnen tegen. Kunstsneeuw wordt tijdens onze tour nergens gemaakt. Dat is niet nodig, want de natuur zelf heeft daarin voorzien. Is het nu wel nodig, dan staan de sneeuwkanonnen hun mannetje en kan er zelfs in tijden van sneeuwgebrek dus toch geskied worden.